Van Rovaniemi naar Olsamo zijn twee routes, één staat als rood aangegeven met enkele groene markeringen en de andere heeft een lange weg met groen.
We kozen voor de laatste om vooral geen natuurschoon te missen.
In het gele stuk (195 km) bleken enkele tientallen kilometers onverhard en hier en daar nat. Dat viel tegen, maar omdat het tamelijk vlak was konden we er aanvankelijk redelijk doorrijden.
Tot er opeens forse kuilen in de weg zaten. Annick raakte in een slip en belandde met de motor in een greppel.
Afschuwelijk gezicht in mijn spiegels. Toevallig waren er twee auto's in de buurt die stopten om te helpen. Iemand hielp de motor weer overeind en we bekommerden ons over Annick.
We waren allebei natuurlijk geschrokken. Annick had haar linker duim bezeerd. Verder waren haar kleren en de motor erg modderig, maar de schade leek mee te vallen. De koffers weer wat rechtgezet en voorzichtig verder. Vrij snel hadden we weer asfalt onder de banden. Pech dus. Later kwamen nog meer stukken die door wegwerkzaamheden onverhard waren. Stapvoets daar overheen. We kwamen zo wat laat aan bij de kamer die we geboekt hadden in een huis (Unien Majatalo) bij Karigasniemi. Ook nog eens lastig te vinden. Overigens mooi weer vandaag, warm zelfs. Beetje van de schrik bekomen konden we de volgende ochtend (28-7) niet direct weg. Er moest wat herstelwerk aan de motor verricht worden. De baas van het huis was zeer behulpzaam en maakte een beugel om een van de koffers weer vast te zetten. Stel je voor een man met Parkinson die met een slijptol een stuk metaal in een losse bankschroef op de grond recht wil doorslijpen... En terwijl de muggen in groten getale hun werk deden. Rond het middaguur reden we weg. Alweer mooi weer. Maar naarmate we dichter bij de Noordkaap
|
kwamen werd het kouder en begon het te regenen. Wij toch maar door naar de Noordkaap. Regen veranderde in dikke mist, zo'n 20m zicht. Aangekomen bij de kaap bleek ook daar de mist haast ondoordringbaar. Op de tast vonden we een gebouw waar mensen rondhingen en ook niet wisten wat hen te doen stond. Op de heenweg ontmoetten we nog een stel Australiërs met een busreis die we desgevraagd vertelden dat we naar de Noordkaap gingen. Iemand vroeg "What's there?". "Nothing", antwoordde ik tot verbazing van de vragensteller, niet vermoedend dat er inderdaad niets te zien was... Kletsnat kwamen we tenslotte aan bij de laatste pleisterplaats bij de Noordkaap: een kamer met gemeenschappelijk gebruik van keuken op de Nordcapp Camping. Veel motorrijders hier. Maar ook een jong stel, fietsend met een kind van een jaar of drie in een aanhangwagentje en kamperend met een tent in de stromende regen...
> VOLGENDE
|